Schisis
Het gebeurt dat kinderen geboren worden met een “niet goed samengekomen” lip-, kaak-, en/of verhemelte. Het medische verzamelwoord voor deze afwijkingen is het Oudgriekse woord “schisis”. Het betekent “scheiding” of “spleet”.
Schisis kan aan de linker of de rechter helft van het gelaat, maar kan ook aan beide zijden voorkomen. De minst uitgesproken vorm van schisis betreft alleen de bovenlip, maar de spleet kan ook doorlopen in de tandenboog en in het verhemelte. De spleet kan ook alleen in het verhemelte voorkomen. Dan is de bovenlip normaal, maar kan de onderkaak wel wat korter zijn dan gewoonlijk.
Deze kinderen leren zichzelf spreken met de mogelijkheden die ze hebben, waardoor bepaalde klanken vervormd kunnen uitgesproken worden. Nadat de meeste operaties achter de rug zijn, kan logopedische begeleiding nodig zijn om op de spraak te werken.
Testen
Via een verkennend gesprek en een test, kan er bepaald worden welke klanken behandeld moeten worden.
Hierbij proberen we het meeste via een fonologische aanpak te behandelen, zodat we hen onbewust aanleren hoe hun mond op een andere manier te gebruiken. Elke klank welke fonologisch aangeleerd kan worden, zal leiden tot een vlottere overgang naar spontane spraak.
Behandeling
Tijdens de therapie betrekken we graag de ouders, zodat er een vlotte overgang kan gebeuren naar de situaties buiten het logopedielokaal.