We onderscheiden twee verschillende soorten articulatiestoornissen.
Fonetische articulatiestoornis
Bij een fonetische articulatiestoornis weet het kind perfect welke letter het wil zeggen, maar lukt het hem/haar niet om tot de juiste productie te komen. Een voorbeeld hiervan is een weinig tot niet-trillende /r/ (rhotacisme) of het uitspreken van de /s/ tussen de tanden (interdentaliteit).
Een fonetische articulatiestoornis kan opgelost worden met behulp van articulatietherapie bij een logopediste. Het kan zijn dat de logopediste je aanraadt om te wachten met therapie tot de tanden van het kind gewisseld zijn. Dit is echter niet altijd het geval. Neem contact op met de logopediste om zeker te zijn wanneer je het best start met therapie.
Fonologische articulatiestoornis
Een fonologische articulatiestoornis valt binnen het domein taalstoornissen. Bij een fonologische articulatiestoornis kan het kind (meestal) alle klanken wel maken, maar niet op de correcte plaats in woorden gebruiken. Het kind gaat spraakklanken vervangen, weglaten of toevoegen. Fonologische problemen kunnen opgelost worden door een logopediste. Hierbij is de regel: hoe vroeger, hoe beter. Kinderen kunnen al vanaf de leeftijd van 2 jaar geholpen worden met fonologische problemen. De logopediste selecteert samen met jou de juiste behandelperiode en aanpak.
Enkele voorbeelden zijn:
- Koe wordt toe
- Tafel wordt kafel
- Sok wordt tok
- Spin wordt pin
- School wordt sjool